Introductie
De logistieke wereld zit vol met vaktaal. Voor wie dagelijks werkt met transport, warehousing of voorraadbeheer zijn termen als JIT, SKU of ERP gesneden koek. Maar ook als je indirect betrokken bent bij supply chain processen, is het waardevol om deze begrippen te begrijpen. Daarom vind je in deze blog een helder overzicht van 100 veelgebruikte termen binnen Supply Chain Management (SCM). Praktisch uitgelegd, zodat jij altijd precies weet waar het over gaat.
Het complete overzicht van 100 SCM-termen
Ik heb de termen onderverdeeld in overzichtelijke categorieën. Dit helpt om verbanden te zien tussen processen, systemen en strategieën binnen de keten.
1. Basisbegrippen in supply chain management
- Supply Chain: De volledige keten van grondstof tot eindklant.
- SCM (Supply Chain Management): Het managen van goederenstromen, diensten en informatie binnen de keten.
- Logistics: De organisatie van opslag en transport.
- Procurement: Het proces van inkopen van goederen en diensten.
- Sourcing: Het selecteren en beoordelen van leveranciers.
- Lead Time: De tijd tussen bestellen en ontvangen van goederen.
- Just-in-Time (JIT): Voorraadstrategie waarbij goederen pas geleverd worden op het moment dat ze nodig zijn.
- Inventory: Alle goederen die een bedrijf op voorraad heeft.
- Inventory Turnover: Hoe vaak voorraad wordt verkocht en aangevuld in een bepaalde periode.
- Safety Stock: Extra voorraad om tekorten te voorkomen.
2. Voorraadbeheer en orderverwerking
- Stock Keeping Unit (SKU): Unieke code voor een specifiek product.
- Demand Forecasting: Voorspellen van toekomstige klantvraag.
- Capacity Planning: Inschatting van de productiecapaciteit die nodig is.
- Bill of Materials (BOM): Lijst van materialen en onderdelen voor een product.
- Supply Chain Visibility: Inzicht in de locatie en status van producten in de keten.
- Distribution: Het leveren van producten aan de klant.
- Distribution Center (DC): Magazijn dat producten opslaat en verdeelt.
- Fulfillment: Het verwerken en verzenden van klantbestellingen.
- 3PL (Third-Party Logistics): Externe partij die logistieke diensten levert.
- 4PL (Fourth-Party Logistics): Externe partij die de volledige keten aanstuurt.
3. Transport en infrastructuur
- Reverse Logistics: Retourproces van klant naar verkoper.
- Cross-Docking: Goederen worden direct overgeladen zonder opslag.
- Freight: Vervoer van goederen in bulk.
- Carrier: Vervoerder die goederen transporteert.
- Freight Forwarder: Tussenpersoon die zendingen organiseert.
- LTL (Less than Truckload): Vracht die geen hele vrachtwagen vult.
- FTL (Full Truckload): Vracht die een volledige vrachtwagen benut.
- Load Planning: Zo efficiënt mogelijk inladen van vracht.
- Transportation Management System (TMS): Software voor transportbeheer.
- Warehouse Management System (WMS): Software voor magazijnbeheer.
4. Supply chain planning en analyse
- Order Management: Het verwerken van klantorders.
- Supply Chain Network: Alle schakels en partners binnen een supply chain.
- Vendor Managed Inventory (VMI): Leverancier beheert jouw voorraad.
- ABC Analysis: Indeling van voorraad op basis van waarde en belang.
- Economic Order Quantity (EOQ): Ideale bestelgrootte voor minimale kosten.
- Minimum Order Quantity (MOQ): Kleinste hoeveelheid die besteld kan worden.
- On-Time Delivery (OTD): Percentage leveringen dat op tijd aankomt.
- Order Lead Time: Tijd tussen orderplaatsing en levering.
- Outsourcing: Werkzaamheden uitbesteden aan externe partijen.
- Risk Management: Het herkennen en beheersen van risico’s.
5. Samenwerking en digitalisering
- Supplier Relationship Management (SRM): Relatiebeheer met leveranciers.
- Supply Chain Resilience: Veerkracht van de keten bij verstoringen.
- Supply Chain Integration: Afstemming tussen schakels in de keten.
- Collaborative Planning, Forecasting and Replenishment (CPFR): Gezamenlijke planning tussen partners.
- EDI (Electronic Data Interchange): Elektronische uitwisseling van documenten.
- Blockchain in SCM: Technologie voor transparantie en traceerbaarheid.
- Incoterms: Internationale afspraken over leveringsverantwoordelijkheden.
- Total Cost of Ownership (TCO): Totale kosten van aankoop en gebruik.
- Kaizen: Continue verbetering van processen.
- Lean Manufacturing: Productie met zo min mogelijk verspilling.
6. Kwaliteit en flexibiliteit
- Six Sigma: Methode voor kwaliteitsverbetering.
- Agile Supply Chain: Flexibele keten die snel reageert op verandering.
- Cold Chain: Geconditioneerde keten voor bederfelijke goederen.
- Green Logistics: Duurzame logistieke processen.
- Order-to-Cash (O2C): Van bestelling tot betaling.
- Procure-to-Pay (P2P): Van inkoopaanvraag tot betaling.
- Supply Planning: Plannen van de benodigde supply chain capaciteit.
- Demand Planning: Plannen op basis van verwachte klantvraag.
- Advanced Planning and Scheduling (APS): Geavanceerde planningssoftware.
- SCOR Model: Referentiemodel voor supply chain prestaties.
7. Prestaties en voorraadtypes
- KPI (Key Performance Indicator): Maatstaf voor prestaties.
- Fill Rate: Mate waarin aan klantvraag voldaan wordt.
- Cycle Counting: Periodieke controle van voorraad.
- Dead Stock: Onverkoopbare voorraad.
- Obsolete Inventory: Verouderde voorraad.
- Perpetual Inventory: Voorraadsysteem dat continu bijwerkt.
- Physical Inventory: Handmatige inventarisatie.
- Lot Tracking: Bijhouden van voorraad per partij.
- Serialized Inventory: Voorraad bijgehouden op serienummer.
- Order Cycle Time: Tijd tussen orderontvangst en verzending.
8. Systemen en processen
- Distribution Requirement Planning (DRP): Voorraadplanning voor distributie.
- Material Requirement Planning (MRP): Planning van materiaalbehoefte.
- ERP (Enterprise Resource Planning): Software voor bedrijfsprocessen.
- SCM Software: Digitale tools voor supply chain management.
- Capacity Utilization: Verhouding tussen gebruikte en beschikbare capaciteit.
- Total Quality Management (TQM): Organisatiebrede kwaliteitsaanpak.
- Kitting: Artikelen bundelen tot een verzendklare set.
- Drop Shipping: Leverancier levert direct aan klant.
- Transportation Mode: Vervoermethode zoals lucht, zee of weg.
- Inbound Logistics: Goederenstroom richting het bedrijf.
9. Distributie en internationale handel
- Outbound Logistics: Goederenstroom richting de klant.
- Forward Logistics: Normale goederenstroom van producent naar klant.
- Omnichannel: Naadloze ervaring via meerdere verkoopkanalen.
- Track and Trace: Volgen van zendingen in real-time.
- Customs Clearance: Goederen vrijmaken bij de douane.
- Harmonized System (HS Code): Wereldwijde codering voor goederenclassificatie.
- Freight Bill: Factuur voor transportdiensten.
- Proof of Delivery (POD): Bevestiging dat levering is ontvangen.
- Tariff: Belasting op geïmporteerde goederen.
- Free Trade Agreement (FTA): Handelsverdrag tussen landen.
10. Voorraadtriggers en e-commerce
- Reorder Point: Voorraadniveau waarop je opnieuw moet bestellen.
- Bullwhip Effect: Schommelingen in vraag leiden tot grotere voorraadfluctuaties.
- Demand Variability: Veranderingen in klantvraag.
- Containerization: Gebruik van standaardcontainers bij transport.
- E-commerce Fulfillment: Logistiek voor online bestellingen.
- Omni Inventory: Voorraadinzicht over alle verkoopkanalen heen.
- Service Level Agreement (SLA): Afspraken over de te leveren dienst.
- Net Requirements: Benodigde voorraad na correcties.
- Master Production Schedule (MPS): Planning van eindproducten.
- Last Mile Delivery: Laatste deel van het leverproces tot bij de klant.
Afsluiting
Of je nu operationeel werkt in de logistiek of verantwoordelijk bent voor strategische supply chain beslissingen, deze begrippen helpen je om beter te communiceren, gerichter te verbeteren en efficiënter te werken. Wil je weten hoe wij deze termen concreet toepassen in onze dienstverlening? Neem gerust contact met ons op — we denken graag met je mee.